Der Bayenturm ist eines der wenigen architektonischen Zeugnisse, die dem Abriß der mittelalterlichen Stadtbefestigung entgangen sind. Der Wehrturm, der um 1220 errichtet wurde, findet stromabwärts seine Entsprechung bei km 689,40 in der Bastei, die den nördlichen Punkt dieser alten Mauer markiert. Die Verteidigungslinie, die bis ins 19. Jahrhundert Bestand hatte, verlief landeinwärts entlang der heutigen Ringstraße und den Wällen¹ und erstreckte sich am Rheinufer zwischen Bayenturm und Bastei.
Ursprünglich bestand der Turm aus einem rechteckigen dreigeschossigen Bau. Darauf setzte man im 14. Jahrhundert zwei Geschosse mit unregelmäßigem achteckigem Grundriß. Das flache Dach war mit einer Zinnenkrone bewehrt. Ein Stich von Mercator aus dem Jahr 1571 zeigt den Turm eingebettet in die Wehranlage. Eine Brücke führt über den Leinpfad zu einer Station im Strom.
Die wasserseitige Brücke, die offenbar zu jener Zeit schon verfallen ist, wird ein Jahrzehnt später abgerissen. Die noch im Rhein stehenden Reste werden erst später nach dem Eisgang von 1788 vollständig beseitigt, so daß zunächst lediglich der Landbogen über dem Leinpfad vor der Mauer stehenbleibt.

1815 wird das Rheinland auf dem Wiener Kongreß Preußen zugesprochen. In den folgenden Jahrzehnten bis 1867 ensteht ein neuer, rd. 500 Meter vor der mittelalterlichen Stadtmauer liegender Festungsgürtel. In diese Zeit fällt auch die Anlage des Rheinauhafens 1847-50. Sie erfordert den Bau einer neuen Wehrmauer, in die sich der Bayenturm einfügt.
Schon fünf Jahre nach der Fertigstellung des Festungsgürtels entsteht, bedingt durch die Ausdehnung der Stadt und den Fortschritt der Wehrtechnik, ein neuer, der alten Stadtmauer mehrere Kilometer vorgelagerter Gürtel aus Forts und Lünetten. Auf diese Weise verliert der Bayenturm seine Bedeutung als Teil der Stadtbefestigung. In die gleiche Periode fällt die Erweiterung des unbewehrten Rheinauhafens. Die Entwürfe der Lagerhäuser greifen Gestaltungselemente der alten Festungsarchitektur auf und geben so dem Turm inmitten der Hafenbebauung eine neue Heimat.

Bayenturm als Teil der südlichen Stadtbefestigung (Arnold Mercator, 1571)

The Bayenturm¹ is among the few architectural remains that have survived the demolition of the medieval fortifications of Cologne. Erected about 1220 the defence tower marks the southern end of the city wall along the Rhine, the northern point being marked by what is now the Bastei further down the river at km 689,40. To the west the wall followed the tarmacked strip of the circular avenues² around the inner city of Cologne.
Originally the tower consisted of three storeys over a square floor. In the 14th century two hexagonal floors were built on top of it crowned by a crenallated roof. On an etching by Arnold Mercator of 1571 the tower is neatly embedded in the fortifications. There is still a bridge over the towpath that leads from the tower to a station in the river. This annex must have been in a delapidated state or obsolete, since its greater part is to be demolished only a decade later. What remained of it in the river was cleared after an ice drift in 1788 so that for some time only the arch across the towpath reminded of the old construction.

development of city forticiations

In 1815 the Rhineland had been assigned to the Kingdom of Prussia. Under Prussian regime a new fortified belt was built about 500 metres beyond the old wall. The works coincided with plans for a new harbour built in the years 1847-1850. With the harbour came a new wall in which the Bayenturm maintained its function as a barbican.
In 1863 Cologne could pride itself to range among the fortress cities of its time. Yet, the mortar of the new walls was hardly cured when politico-military circumstances seemed to require a new defence line. With respect to the firing range of modern artillery bastions and lunettes was built several kilometers beyond old line, thus embracing the areas into which the city already had expanded are was about to expand. With the new line lying far beyond the ancient wall the Bayenturm became obsolete. However as a historical landmark it not only escaped destruction. It even fitted perfectly into the late 19th century Wilhelminian architecture of turreted warehouses with embrasures and walls of dressed stone.

Bayenturm within the medieval fortifications (Arnold Mercator, 1571)

De Bayen toren¹ behoord tot de weinigen overblijfsels die de afbraak van de middeleeuwse fortificaties van Keulen hebben getrotseerd. De toren die omtrent 1220 werd opgericht markeerd het zuidelijke eind van de muur langs de Rijn waarvan de noordelijke hoek wordt gemarkeerd door de Bastei bij kilometer 689,40. Naar het westen toe volgde deze oude stadsmuur de lijn langs de 'Ringe'² rond de binnenstad.
Oorspronkelijk bestond de toren uit drie verdiepingen boven en vierkante plattegrond. In de 14e eeuw werden twee achthoekige verdiepingen van onregelmatige doorsnede bekroond door een borstwering met kantelen daaran toegevoegd. Op een gravure van Arnold Mercator gedateerd 1571 is de toren als deel van de versterking te zien. Er is zelfs een brug boven het jaagpad die naar een post in de rivier toeleidt.
Deze toen al blijkbaar vervallen constructie werd ongeveer tien jaar later afgebroken. De overblijfsels hiervan werden na de ijsgang van 1788 uit het water gehaald. De volgende eeuwen bleef van deze constructie alleen een boog over het jaagpad heen.

ontwikkeling van de fortificaties rond Keulen

1815 werd het Rijnland aan het koninkrijk van Pruisen toegesproken. Onder het pruisische regime ontstond een nieuwe versterkingsgordel ongeveer 500 meter buiten de oude muur. De constructie hiervan coïncideerde met de bouw van een nieuwe haven in de jaren 1847 tot 1850 en vervolgens een nieuwe versterkingsmuur langs de oever.
Nauwelijks was de mortel van de nieuwe versterkingen droog toen plannen werden gemaakt voor weer nieuwe fortificaties. Deze
lagen ongeveer zeven kilometers buiten de stad met een gordel van nog grotere forts en brilschansen die zowel aan de ontwikkeling van de artillerie moesten beantwoorden als aan de uitbreiding van de stad naar de omgeving. Daardoor werd de toren uiteindelijk overbodig, maar als
historisch landmerk ontkwam het gebouw aan de sloop. In tegendeel paste het zich aan aan de architectuur van de pakhuisen van het tijdperk met hun torentjes, muren van quadersteen en schietgaten.

Bayenturm within the medieval fortifications (Arnold Mercator, 1571)