Vianen
 
Verkeersbrug
Aufriss
Verkeersbrug Vianen

"De overbrugging van de Lek bij Vianen was gelegen in de rijksweg van Utrecht naar 's-Hertogenbosch en verving de oude schipbrug uit 1840.

De Lek, hier reeds een rijrivier, had ter plaatse een zeer breed bed, tussen de bandijken ongeveer 1 km. Ook het zomerbed, midden tussen de bandijken gelegen, was breed en werd in een keer overbrugd door een middenbrug met een overspanning van 160,1 m. Aan weerszijden daarvan lagen symmetrisch de aanbruggen, aan iedere zijde vier openingen van ruim 39 m. De doorvaarthoogte onder de middenbrug werd bepaald op ruim 9 m boven de hoogste rivierstand.

foto

Op de middenbrug had het rijdek een breedte van 11 m met daarnaast zijpaden van 2,75 m die, om esthetische redenen, binnen de hoofdliggers werden geplaatst. Bij de aanbruggen waren de zijpaden 2,50 m breed, de totale brugbreedte was daar 16 m.

Bij het bepalen van het hoofdbeeld van de overbrugging werd, in het weidse rivierlandschap, gestreefd naar eenvoudige en rustige vormen. De middenbrug kreeg als hoofdliggers volwandige bogen met trekbanden, met uiteraard een langgelegen brugdek terwijl de aanbruggen volwandige liggers met een hooggelegen brugdek hadden.

Van de middenbrug lagen de hoofdliggers hart op hart 17,2 m. De dubbelwandige bogen hadden in het midden van de overspanning een hoogte van 3,8 m en een pijl van 28,8 m. Zij hadden aan de buitenzijden twee plooiverstijvingen in langsrichting. De hangers lagen hart op hart 10 m. Het betonnen brugdek lag op langsdragers van gewalste balken DIE70 hart op hart 1,75 m en geconstrueerde dwarsdragers, hoog circa 2,2 m.

foto
Bouw van de Verkeersbrug Vianen

De aanbruggen hadden enkelwandige hoofdliggers, hart op hart 9,8 m met een hoogte van ruim 3,5 m. Zij werden uitgevoerd als doorgaand over de vier openingen met overspanningen van 42,6 m.

Met de onderbouw werd begonnen in de zomer van 1933. Op 26 mei 1936 werd de brug voor het verkeer opengesteld.

Met de onderbouw werd begonnen in de zomer van 1933. Op 26 mei 1936 werd de brug voor het verkeer opengesteld.

De aannemer van de middenbrug was de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen, de aanbruggen werden vervaardigd door de Nederlandsche Dok Maatschappij te Amsterdam.

Bij de montage van de boogbrug moest voor de scheepvaart een opening van 60 m worden vrijgehouden. Deze werd overbrugd met de twee montagebruggen met een lengte van 68 m, die eigendom waren van de Rijkswaterstaat en ook al bij de overbrugging te Arnhem waren gebruikt. Deze bruggen steunden op houten hulpjukken. De resterende openingen werden overspannen met tralieliggers die afkomstig waren van de inmiddels afgebroken spoorbrug over de Ijssel bij Zwolle. Op deze ondersteuningen werden eerst de trekbanden en de vloerconstructie gemonteerd. Hierop werden de hangers geplaatst, daarop werden de boogstukken aangebracht. Omdat de hangers bij de montage op druk werden belast werden zij tijdelijk tegen uitknikken verstijfd.

In de Tweede Wereldoorlog vonden door oorlogshandelingen vernielingen plaats. Na de oorlog deed eerst tijdelijk een schipbrug dienst. Daarna werd de brug in dezelfde constructie herbouwd."

uit: H.M.C.M.van Maarschalkerwaart/J.Oosterhoff/G.J.Arends: Bruggen in Nederland I - Vaste bruggen van ijzer en staal, pp.319ff
foto
©2019 ultramarin.nl