Arnhem
 
Rijnbrug / John-Frostbrug
Aufriss
Rijnbrug Arnhem

"De geklonken stalen VERKEERSBRUG is met aanbrug en viaduct over de Rijn bij Arnhem in totaal ongeveer 600 m lang. De hoofdoverspanning is een verstijfde staafboogbrug. Deze wordt gevormd door een middenbrug met twee doorgaande volwandige verstijvingsliggers, dat wil zeggen de liggers lopen voorbij de brugpijlers en voorbij het einde van de boog. De liggers van 3,4 tot 4 m hoogte met hoeddoorsnede liggen symmetrisch over drie overspanningen van 50 m, 120 m (zomerbed met vaargeul) en 50 m liggen. De wanden van de doorgaande liggers zijn onderling gekoppeld door onder meer dwarsdragers, met daartussen secundaire dwarsdragers en langsliggers en K-verbanden. In de dwarsdragers bevinden zich diverse ronde openingen ten behoeve van buizen en leidingen. Aan de buitenzijde van de doorgaande liggers zijn zogenaamde "consoles" bevestigd, stalen ondersteuningen voor de balken die de betonnen vloer van het rijwiel- en voetpad dragen. De boog en de liggers rusten op twee ellipsvormige rivierpijlers, waartussen de vaargeul loopt. Daarbuiten rusten de liggers op het zware noordelijke landhoofd en een zware zuidelijke overgangspijler. De hoofdoverspanning is verstijfd door een lichte staafboog van 17,5 m hoogte aan elke zijde van de rijweg, waartussen bovenwindverbanden in K-patroon. Hangers verbinden de boog met de liggers. De brug biedt ruimte voor vier rijstroken in beton (in 1935 was dit hout). Buiten de hoofdliggers zijn 4 m brede voetgangers- en fietsstroken geplaatst. De totale breedte is 23,2 m.

Aufriss
Rijnbrug Arnhem

Voor de vooroorlogse rivierpijlers en landhoofden is gebruik gemaakt van duurzame, weer- en slijtagebestendige natuursteen als bekleding en afwerking van de betonnen pijlers; bij de landhoofden is deze keuze in sterke mate esthetisch bepaald. De landhoofden zijn vervaardigd van zeer zware blokken rode graniet met afgeronde hoekblokken. De wanden van de trapopgangen zijn van zwart graniet omlijst met rood graniet. Voor de treden is gekozen voor basaltlava. In de vormgeving van trappartijen en balustrades is invloed te bespeuren van de robuuste, expressieve vormentaal van de Amsterdamse school. De in stampbeton uitgevoerde pijlerkernen van de twee zware rivierpijlers met spitsbogig gevormde uiteinden, zijn bekleed met zwart graniet en aan de uiteinden en bovenop met gebosseerde blokken rood graniet. De forse granietblokken verlenen de pijlers stevigheid bij een aanvaring of bij ijsgang. Het noordelijke landhoofd heeft bij het gedeelte, waarop de opleggingen zijn geplaatst, afgeronde hoeken en is geheel bekleed met gebosseerde granieten blokken. Plinten, afgeronde hoekblokken en afsluitende lijsten zijn in fijner bewerkte granieten blokken uitgevoerd. Schade door oorlogsgeweld is nog waarneembaar. Aan elke zijde sluit een vierkante betonnen toren aan, waarvan de onderbouw uit de jaren 1930 dateert en de boven het brugdek uitstekende opbouw na de oorlog gewijzigd is uitgevoerd: aan beide zijden werden de torens hoger en voorzien van een plat dak in plaats van een tentdak. De torens zijn gebouwd over trap- en fietsopgangen; hiertoe hebben de torens in noord- en zuidzijde een rechthoekige doorgang met granieten omlijsting. In de zijgevels kleine lichtopeningen met smeedijzeren sierroosters. De torens worden afgesloten door een uit de jaren '50 daterende betonnen bekroning met geblokte stijlen en kwartholle hoekbeëindigingen, waartussen vlakke betonnen platen zijn aangebracht. De oostelijke bekroning heeft in drie zijden een rechthoekig venster met vlakke omlijsting en betonnen roosterwerk voor de ijzeren ramen. Aan de brugzijde bevindt zich een getoogde ingang met ijzeren hekwerk. De westelijke bekroning bevat in de naar de brug gekeerde zijde een overeenkomstige deur. Aan de noordzijde bevindt zich hier een getoogde opening naar de open binnenruimte, waarin tegen de achterwand de herdenkingsplaat aan de slag om Arnhem is aangebracht. De binnenruimte heeft een leistenen vloer en wandbekleding met afgeronde hoekpartijen. Ten behoeve van de herdenkingsplaats in de torenbekroning is een betonnen "balkonplaat" toegevoegd, rustend op twee hoge betonnen pijlers aan weerszijden van de trapopgang. Aan de zuidelijke voet van beide torens bevindt zich aan weerszijden van de trapopgang een brede betonnen trapwang met granieten plinten en dekplaten. De betonnen trappen, die noordelijk van de torendoorgangen met een sierlijke boog naar het brugdek worden geleid, hebben betonnen treden, een centrale fietsgeul van graniet en stalen buisbalustrades. De overgangspijler aan de zuidzijde van de Rijn is eveneens geheel bekleed met gebosseerde granieten blokken. Deklijsten en afgeronde hoeken zijn overeenkomstig het noordelijke landhoofd uitgevoerd. Tegen de constructie zijn zeer zwaar uitgevoerde bordestrappen met halfrondgesloten, met granieten blokken beklede muren gebouwd. Deze sluiten af met deklijsten. Nabij de aansluiting op de stalen balustrades van de brug bevinden zich forse granieten ornamenten in Amsterdamse schooltrant. Aan de buitenzijde van de traplichamen bevinden zich waterafvoeren. De traptreden zijn van basaltlava, de fietsgeulen van graniet, de balustrades zijn voorzien van granieten dekplaten met flauwe ezelsrug. Voorts zijn er stalen buisleuningen. Tegen de noordelijke muur van dit landhoofd bevindt zich de bergplaats voor de authentieke stalen "verfwagen", die langs stalen I-balken onder de brugconstructie kan worden gerold.

photo
Pontonbrug Arnhem

Ten noorden van het noordelijke landhoofd sluit het betonnen VIADUCT met TRAPOPGANG en MONUMENT aan; dit viaduct heeft de functie van aanbrug. Het bestaat uit vier zware betonnen liggers op rijen van vierkante pijlers met verbindende betonnen dekbalk als dwarsverbinding. Voor de oplegging is gebruik gemaakt van stalen scharnieropleggingen. De vierkante pijlers hebben inspringende hoeken. De betonnen liggers zijn onderling verbonden door stalen I-balken. De viaduct biedt doorgang aan de Oranjewachtstraat/Westervoortsedijk (vroeger Marktstraat). De pijlers bij de onderdoorgang van deze vierbaansweg zijn bekleed met forse gebouchardeerde blokken graniet. De kolommenreeksen verdelen de brugdoorgang in een centrale vierbaans verkeersweg en smalle gecombineerde fiets- en voetpaden aan weerszijden. De betonnen zijwanden in de voetgangersdoorgangen hebben granieten plinten. In de noordwand bevindt zich een stalen deur. Ten noorden van de onderdoorgang ten behoeve van de Oranjewachtstraat/Westervoortsedijk bevindt zich aan weerszijden van de viaduct een forse trapopgang. De trapopgangen zijn S-vormig aangelegd en bestaan uit drie rechte vluchten en twee zeshoekige bordessen. De trappen hebben treden van basaltlava, in het midden onderbroken door een fietsgeul van hetzelfde materiaal. De trapwangen zijn gemetseld in quasi handvormsteen in Vlaams verband en worden afgesloten door forse basaltblokken, die trapsgewijs in het metselwerk grijpen. Voorts zijn er ijzeren buisleuningen. Ook de bordessen worden omgeven door vergelijkbare gemetselde muurtjes met dekplaten van basaltlava. Bovenaan bevinden zich eveneens bordessen met gemetselde muurtjes, min of meer driezijdig gesitueerd en op de uiteinden voorzien van wat hoger opgemetselde posten (staand verband) met diamantkopvormige dekplaten van basaltlava. Aan de westzijde is op de gemetselde muur een vierkant raamwerk van basalt geplaatst, waarin de bronzen tekstplaat is aangebracht met vernoeming van de brug naar John Frost.

photo
Rijnbrug Arnhem

De AANBRUG aan de zuidzijde is uitgevoerd met volwandige liggers. De aanbrug overspant zes openingen van 42 m, waarmee een totale lengte van 270 m wordt bereikt, beëindigd door het zuidelijke landhoofd. De liggers worden ondersteund door een vijftal brugpijlers van het type van de rivierpijlers, echter in hoogte afnemend. Aan de zuidzijde bevindt zich het zuidelijke landhoofd, voorzien van een bekleding van gebosseerde granieten blokken en afgeronde hoeken met granieten blokken. De zijwanden sluiten aan de bovenzijde af met een rollaag van granieten blokken en een deklijst, waarop nabij de aansluitende brugbalustrades forse granieten hoekblokken aansluiten in Amsterdamse schooltrant. De constructie van liggers, dwarsverbanden en hangers is dezelfde als bij de hoofdoverspanning.

Over de gehele lengte van de brug zijn aan de buitenzijde van de voet- en rijwielpaden balustrades geplaatst. Ten noorden van het noordelijke landhoofd bestaan deze uit een betonnen borstwering, waarop een laag stalen buishek is geplaatst (twee horizontale buizen met aan de onderzijde sierlijk gekromde steunen). De hoofdoverspanning heeft geheel stalen balustrades met drie horizontale buizen en doorlopende vlakke stalen panelen. De zuidelijke aanbrug heeft eenvoudige stalen balustrades met verticale spijlen. Aan weerszijden van de vierbaans rijweg en de eindportalen staan lantaarnpalen met in de periode na de Tweede Wereldoorlog vernieuwde armaturen (bolvormige kappen). Vergelijkbare lampen zijn ook aangebracht aan de verticale staven van de hoofdoverspanning. Onder de aanzetten van de staafbogen bevinden zich aan beide zijden tegen de staven onderhoudstrappen. Ter nagedachtenis aan de gesneuvelde Britse parachutisten is de brug in de kleuren van de 1st British Airborne Division geschilderd: de onder- en bovenbouw lichtgrijs, opleggingen, leuningen en wegmeubilair in "maroon red"."

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Rijksmonumentenregister - Monument Nr. 529907
photo
John-Frostbrug Arnhem
©2019 ultramarin.nl